U bent hier: Home // Actueel // Een Prettig Gesprek met Mart Smeets

Een Prettig Gesprek met Mart Smeets

Mart Smeets zou je de kopman van de vaderlandse wielerjournalistiek kunnen noemen. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat doorlopend naar zijn commentaar en gedachten wordt gevraagd over de geruchtmakende affaires die het wielrennen beheersen.

De strekking van zijn verhaal: geen enkele sportjournalist kreeg de waarheid naar boven, Armstrong heeft recht in zijn gezicht staan liegen en de hele generatie was fout. Tot zover Mart Smeets in 2013. In 1993 schetste Smeets een heel ander beeld.

Een Prettig Gesprek met Mart Smeets: 100% gebruikt

Een prettig Gesprek met Mart SmeetsAls buitenstaander, niet eens als wielerliefhebber maar als oplettende volger, was het mij allang duidelijk dat het dopinggebruik zeer wijdverbreid voorkomt. Omdat het in de structuur van de sport zit, iets waarover Mart Smeets in 1993 vertelde in “Een Prettig Gesprek” met Theo van Gogh. Onderstaand fragment is mij altijd bijgebleven:

Theo van Gogh: Maar hoeveel procent van het peloton in de Tour gebruikt?

Mart Smeets: (lange stilte en enig nadenken) 100%

Reden genoeg om de DVD aan te schaffen, gesprek nummer 88 van 22 januari 1993. Het bovenstaande citaat klopt, dat heb ik goed onthouden. Wat verder wordt gezegd geeft een onthutsend beeld van de wielersport.

List en bedrog in de jaren voor 1993

Mart Smeets legt bij Theo van Gogh een structuur van geheimhouding, list en bedrog en brede betrokkenheid bloot. Zijn verhaal bij Theo van Gogh getuigt van inzicht en realiteitszin. Na een stroef begin luister je er met rooie oortjes naar. Smeets’ verhaal uit 1993 staat lijnrecht tegenover zijn 2013 ‘mea culpa, ik heb het ook niet geweten en kon er al helemaal niks aan doen’ houding. Smeets zegt er nog wel bij: ‘je kan niets bewijzen, het gaat in de kwek sfeer’. Onderstaand een aantal fragmenten.

Jean-Marie Le Blanc en Hein VerbruggenLogo Tour de France

In 1989 trad een nieuwe Tourdirecteur aan, Jean-Marie Le Blanc. Le Blanc gaf de Tour de France nieuw commercieel elan en het aantal dopinggevallen nam af. Voor die tijd werden kleinere renners wel gepakt, maar na die tijd ook de kleine niet meer. Vandaag de dag liggen Hein Verbruggen en de UCI onder vuur. Met dezelfde verdenking van (te) grote belangen.

Smeets, in 1993: “Wie zegt dan niet dat potjes pis buiten de deur worden leeggeschud, artsen omgekocht? Het lukt niet meer er wat uit te pakken. Voorheen pakten ze wel eens een kleine renner. Het zit constitutioneel in het fietsen vast”.

Armstrong en Hinault

Bernard Hinault in het geel in 1981, op weg naar één van zijn tourzeges.

Bernard Hinault in het geel in 1981, op weg naar één van zijn vijf tourzeges.

Smeets: “Hinault is nooit gepakt, positief gebleken. Waarbij ik niet wil zeggen dat hij nooit middelen heeft gebruikt. Hij was dan misschien alleen wel zo slim, zo gis, om als ie dan moest piesen ervoor te zorgen dat hij dan geen verboden stoffen in zijn urine had”.

Deze uitspraken lijken wel verdacht veel op de structuur die Lance Armstrong heeft opgebouwd rond zijn ploeg en zijn persoon. Alleen, áls het waar is, is Bernard Hinault er mee weggekomen en Lance Armstrong niet. En Armstrong is misschien ook wel veel verder gegaan.

Breukink

Van Gogh: “Als Breukink wat neemt zal hij dat doen onder toezicht van een arts”.

Smeets: “Dat hebben we bij PDM wel gezien ja. Die arts zegt dat hij van niks wist, dus die man liegt. Dat is een cirkel, die man blijft maar rond gaan. Daarom vind ik wielrennen ook nog steeds een aardige sport, vanwege de leugens. Het triggert je. Er zijn heel weinig mensen die heel erg zuiver zijn in die sport”.

‘Wielrennen is een sport van liegen’ aldus Smeets. Hij komt met twee voorbeelden van onder het tapijt geschoven dopingschandaaltjes. Maar ook dat de renners niet meer hem wilden praten toen hij over doping berichtte. Ook het onderling bepalen wie een koers gaat winnen valt onder deze constitutionele verankering.

Cultuur en groepsgedrag

Het beeld dat wordt opgeroepen bij deze uitspraken van twintig jaar geleden is dat wielrennen altijd een sport van list en bedrog geweest. En in 1993 baseerde Smeets zijn uitspraken al op een jarenlange ervaring met het wielrennen.

Reeds in de tweede aflevering van de Ronde van Frankrijk in 1903 werd de nummer vijf tot winnaar uitgeroepen – de nummers één tot en met vier hadden onderweg de trein genomen. Talloze affaires zouden nog volgen. List en bedrog is iets wat in het wezen van wielrennen zit, in het groepsgedrag dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.

Tyler Hamilton laat in zijn boek “De Wielermaffia” onder meer optekenen dat renners uit zijn generatie rondlopen met krassen op hun armen. Van de naalden, maar er worden allerlei andere verklaringen voor gegeven. Daar prikt een oude rot, een ervaren journalist toch doorheen? Daar blijf je toch je ogen niet voor sluiten?

Huidige generatie

Tot slot blijft de vraag: en nu? De huidige generatie? Zijn zij clean, zoals ze zeggen? Zou het groepsgedrag echt veranderd zijn? Zou er in de winters, tijdens de trainingen, echt niks meer gebeuren? Bewijzen zijn er ook nu niet, de belangen zijn nog altijd heel groot. Maar de renners zijn afgelopen winter niet of nauwelijks gecontroleerd, dus moeten wij ze dan maar weer op hun blauwe ogen geloven? In deze cultuur van list en bedrog?

En Mart Smeets? Heeft hij dit de afgelopen paar jaar echt allemaal niet geweten, niet geweten waar hij het moest zoeken?

Wielrennen en doping....

bekijk resultaat

Laden ... Laden ...

Later meer over de cultuur van list en bedrog in het wielrennen. Blijf geïnformeerd, hou de site in de gaten!

Copyright © 2012-2024 De Vier Pennen.
Contact De Vier Pennen.